De rustpotentiaal van een cel is de verzameling van de nernstpotentialen van alle ionen die permeabel zijn over het membraan. Rustmembraanpotentiaal kan alleen veranderen als een van de ionen meer/minder permeabel wordt. Bijvoorbeeld door een prikkel van buitenaf.
Membraantransporteiwitten
Het membraan van een cel is apolair, dat wil zeggen dat het niet elektrisch geladen is. Een deeltje dat wel elektrisch geladen is, zoals een ion, kan niet zomaar door het apolaire membraan heen bewegen. Daarom bevat het celmembraan ionenpompen en ionkanalen. Dit zijn membraantransporteiwitten die ervoor zorgen dat ionen het membraan wel kunnen passeren. De ionenpompen en ionkanalen zijn zó op elkaar afgestemd dat ze samen ervoor zorgen dat het rustpotentiaal in stand wordt gehouden.
Rustpotentiaal van gliacellen
Een inactieve gliacel heeft een rustpotentiaal van −75 mV. Tijdens rust wordt de ionenverdeling aan weerszijden van het membraan door de kalium/natriumpomp in stand gehouden. Omdat deze concentraties gehandhaafd blijven spreken we van de rustpotentiaal.