Een supermarkt is een relatief grote zelfbedieningswinkel waar voedingsmiddelen, waaronder verse groente, brood, vlees, kruidenierswaren en huishoudelijke artikelen worden verkocht. Soms behoren meer soorten artikelen, bijvoorbeeld kleding en medicijnen, ook tot het assortiment, en heeft de winkel deels het karakter van een warenhuis. Supermarkten zijn vaak onderdeel van een keten die in een regio, land of zelfs meerdere landen winkels heeft.
Geschiedenis
De eerste zelfbedieningszaken verschenen in de Eerste Wereldoorlog in de Verenigde Staten. Vóór die tijd werden voedingsmiddelen verkocht door kleine kruideniers.
Tegen het einde van de twintigste eeuw waaide het supermarktconcept (winkelwagentje vullen en aan het eind afrekenen bij de kassa) ook over naar andere branches zoals doe-het-zelf-, meubelzaken (IKEA) en zaken voor huishoudelijke artikelen (Blokker).
De supermarkt betekendeeen revolutie voor het boodschappen doen, dat destijds voornamelijk door vrouwen werd gedaan. In plaats van lang in de rij te staan bij de kruidenier konden de vrouwen zelf hun boodschappen uitzoeken en hoefden daarna minder lang in de rij te staan voor de kassa.
De supermarkten betekenden ook een revolutie in verpakkingsmateriaal. Werd bij de kruidenier vrijwel alles afgewogen in aparte papieren zakken verpakt, in de supermarkt ligt alles zo aantrekkelijk mogelijk verpakt, met verschillende merken en verschillende hoeveelheden.