Een riviervlakte, spoelvlakte of overstromingsvlakte is een vlakte waardoor één of meerdere rivieren stromen. Kenmerkend is dat de vlakte in natuurlijke staat bij hoogwater geheel of gedeeltelijk overspoeld raakt. Een riviervlakte bestaat uit een afwisseling van stroomruggen en komgronden. Een stroomrug is de plek waar de rivier stroomt (de rivierbedding) en de daaromheen liggende gebieden die overstroomd raken wanneer de rivier buiten zijn oevers treedt; komgrond is het gebied dat bij overstroming wel onder water kan raken, maar daarbij geen sterke stroming ondervindt.
Fysische geografie
Riviervlaktes zijn geologisch gezien gebieden waar netto accumulatie van sediment plaatsvindt. De ondergrond bestaat dan ook meestal uit ongeconsolideerd riviersediment (vooral zand en klei). Grover sediment (zand) wordt afgezet op de stroomruggen, waar de stroomsnelheid het sterkst is. Fijn sediment (klei) wordt vooral in de komgronden afgezet.
De rivier heeft hier eenklein verval en zal vooral voor zijwaarts eroderen, waarbij ze zich in de stootoever inslijt, terwijl ze op de glij-oever sediment afzet. Meestal zorgt dit erosiepatroon ervoor dat de rivier een meanderend verloop aanneemt.